


Een kort verslag uit Napak, gelegen in het noorden van Oeganda.
Deze meisjes zijn na een lange zoektocht door het lokale Koinonia-team teruggevonden, wat een geluk! Ze worden door zuster Jovia en de lokale verantwoordelijke gemotiveerd om naar huis terug te keren en geduldig te wachten tot de scholen weer opengaan.

Dat is goed nieuws en heel fijn om te horen, maar voordat dat goede nieuws kwam, was er een moeilijke situatie die nog steeds voortduurt. Zoals de meesten van jullie weten, is Napak een van de armste gebieden in Oeganda, waar het grootste aantal straatkinderen vandaan komt. Het kan daar erg heet worden en er is veel droogte. Er is een groot tekort aan water, wat het landbouwen bemoeilijkt, terwijl dat hun belangrijkste bron van voedsel en inkomen is. De mensen uit Napak zijn in zekere zin de verschoppelingen van de Oegandese samenleving. Hulp en investeringen voor ontwikkeling in dit gebied zijn zeer gering, als een druppel in een diepe oceaan van nood!
De algemene Covid-situatie duwt Napak nog dieper in de ellende, waardoor de lokale bevolking meer dan ooit zucht. Voor veel gezinnen was de hulp van Koinonia de enige hoop om te overleven tijdens de lockdowns. Dat was duidelijk tijdens ons laatste bezoek aan deze gemeenschap. In een eerdere post kon u lezen hoe onze lokale coördinator zei dat de voortdurende voedselhulp die wij hen bieden in deze moeilijke periode hun enige vorm van overleving was. Hun dankbaarheid is groot, zoals onze voorzitter merkte tijdens haar eerste bezoek na de lockdown aan de gezinnen die door Koinonia in Napak worden ondersteund. Het zijn de gezinnen van onze kinderen.

Wij helpen onze kleine kinderen in Napak, inclusief de herstelde meisjes, vanuit hun thuissituatie. Wij voorzien hen van voedsel en andere noodzakelijke zaken en zorgen ervoor dat ze, zodra hun leeftijd dat toelaat, naar school kunnen gaan, bij voorkeur in een internaat. Daar werken we aan stabiliteit en groei door middel van begeleiding. Dit is het soort hulp dat door de overheid is goedgekeurd en we zijn blij dat we hen deze hulp kunnen bieden. Voor de kinderen betekent deze hulp het verschil tussen diepe ellende of hoop en een toekomst!
Voor onze zorgkinderen in Napak betekende Corona een lange, moeilijke periode van isolatie, instabiliteit en gevaar met ernstige gevolgen. De scholen waren lange tijd gesloten, waardoor de kinderen fulltime terugkeerden naar gezinssituaties die niet optimaal zijn en vaak erg moeilijk. Hoewel onze veldmedewerker Emmanuel zijn eigen leven riskeerde om voedselpakketten naar deze gezinnen te brengen en dat nog steeds doet, bleven andere problemen onopgelost.

Tijdens deze moeilijke periode ontstond er een extra bedreiging. Gewapende veedieven teisterden het gebied, plunderden en doodden zonder genade, jong en oud. Ze dwongen mensen hun hutten te verlaten en mishandelden hen op brute wijze. Bang en bevreesd zochten hele families hun toevlucht. De volwassenen vluchtten met hun gezinnen. De oudere kinderen, vooral de meisjes, zochten vaak zelf een uitweg uit deze situatie door naar grote steden te vluchten, waar andere gevaren op hen wachtten: misbruik en uitbuiting. We hebben voor deze meisjes gebeden. We hebben gebeden om bescherming voor deze families tegen de rampspoed.
Ondertussen zijn we blij met het goede nieuws. De meisjes zijn terug! Om te voorkomen dat we ze weer zouden kwijtraken, zijn we meteen op zoek gegaan naar een oplossing. En inderdaad, na veel discussies en onderzoek deed zich een kans voor voor 20 van onze oudere Napak-meisjes. In een leegstaand schoolgebouw kregen we ruimte ter beschikking waar we onder ons eigen toezicht voor hen konden zorgen. Op deze manier werd de lange wachttijd overbrugd en was er een goede reden om te blijven. Ze zijn zo leergierig en willen zo graag opgroeien!

Ondertussen zijn de scholen weer open. Wat een opluchting en wat een vreugde voor de kinderen! Terug naar hun vrienden, verdergaan waar ze plotseling alles achter moesten laten, terug naar rust en ruimte om te ontdekken en te groeien.

Helaas lopen de dingen niet altijd zoals we gepland hebben. Sommige van onze meisjes hebben we moeten laten gaan, nadat we ze hadden opgevangen, voor ze hadden gezorgd en hun spoor hadden gevolgd. Dat was niet gemakkelijk! Toch blijven we voor hen bidden. Wat er in hun leven is geïnvesteerd en gezaaid, zal te zijner tijd vruchten afwerpen. Wijzelf leren van deze ervaring. Het dwingt ons nog meer om dit probleem voor te zijn. Om de jongeren hiertegen te beschermen, intensiveren en versterken we onze begeleiding van hen!
Carmen Correas